Als meisje van elf jaar stond ze al te strijken voor een gezin van acht man. Nu strijkt ze bij de LEV-groep voor mensen die het zelf niet meer kunnen. Ze doet het graag, heeft geen hekel aan strijken. Toch gaat het haar niet alleen om het strijken, maar vooral om het helpen van mensen: zowel degenen waarvoor ze strijkt als haar collega’s. Ze zit op haar plek. Zo zegt ze “Ik kwam hier binnen als een twee, maar ik wilde van het begin af aan een negen worden”.
‘Voordat ik hier terecht kwam, had ik een moeilijke periode. Ik was veel aan het solliciteren, maar mede door mijn leeftijd, kreeg ik alleen maar nee te horen. Mijn kinderen gingen het huis uit en een week later heb ik mijn ex eruit gezet. Binnen een maand was ik dus alles kwijt.
Via via ben ik toen hier terecht gekomen. En ik ben niet meer opgehouden, laat ik het zo zeggen. Mijn begeleider zei: “Waarom ga je geen vrijwilligerswerk doen?”. Ik zei: “Ja, vrijwilligerswerk, dan word ik niet betaald. Onbetaald werken kan ik overal gaan doen.” Ze zei: “Nee, maar je kunt wel een beetje verder groeien.” Dus met enige twijfel zei ik: “Nou ik zal het proberen.” Toen heb ik een intakegesprek gehad samen met mijn begeleider. Daarna werd ik meteen op pad gestuurd om bij mensen thuis te gaan strijken. Zo ben ik erin gerold en heb ik me langzaam maar zeker opgewerkt. Gauw genoeg kwam de dag dat ik in mijn eentje de strijkdienst moest coördineren. En ik heb er helemaal geen moeite mee gehad. Ik ben in het vuur gegooid. Maar ik ben niet opgebrand.
Nu kent iedereen mij. Ik ben nogal een lachebek. Maar ze kennen mij ook als iemand met een luisterend oor. Mensen komen regelmatig naar mij om te vragen of ik even tijd voor ze heb en dan zeg ik “Ja, tuurlijk”. Doordat ik zo goed kan luisteren, vinden de mensen het werk bij mij fijn.
Natuurlijk zijn er soms moeilijke momenten. Ik heb wel eens ooit gedacht om te stoppen, maar toen dacht ik nee dat kan ik mezelf niet aandoen, maar ik kan die mensen het ook niet aandoen. Dat komt ook door mijn kinderen, die steunen me door dik en dun. En dat is heel fijn. Dus heb ik besloten toch te blijven werken, dat doe ik veel te graag.
Ik zit hier ten eerste voor mezelf: ik heb voldoening met wat ik doe. Nu ik bezig ben, zit ik ten minste niet thuis tegen de muur te praten. Het is voor mij een bezigheidstherapie. Hier heb ik contact, veel collega’s zijn vriendinnen geworden. Zo hebben we nu ook een kookclubje en een kaartclubje, dat vind ik echt gezellig. Maar ik zit hier ook voor anderen die zeggen “We zijn blij dat je er bent. Je doet het goed”. De dank en de waardering van anderen, dat is voor mij toch een opstekertje iedere keer. Ja, dat vind ik heel fijn. Ik heb hier veel mooie momenten. Zo kreeg ik laatst een omarming: “Wat jij klaar krijgt dat zou ik niet voor elkaar krijgen.”
En daar doe ik het voor. Nadat ik tien jaar echt in de put heb gezeten, haal ik momenteel echt heel erge voldoening uit mijn leven. Dat komt eigenlijk door alles hier. Ik ken iedereen dus als ik het een beetje moeilijk heb dan ga ik gewoon een praatje maken. Ik krijg van iedereen waardering en dat vind ik zo fijn. Daar kan ik weer van slapen.’