Maartje is 21 jaar en werkt drie dagdelen in de week bij het Leger des Heils, via het Stadsleerbedrijf. “Ik bied mensen koffie en thee aan, maak een praatje met ze of leid ze rond. En ik werk boven in de winkel: bij de kassa, met kleding sorteren, met kleding netjes hangen en met mensen helpen. Heel verschillend, maar de afwisseling is leuk. Het gaat steeds beter, maar ik vind het wel nog steeds moeilijk.” Haar opdrachtgever, Erik Bakker, vult haar aan: “Als je kijkt hoe ze hier driekwart jaar geleden binnenkwam, zit er een heel andere Maartje nu.
We geven alle vrijwilligers veel vertrouwen. Bij het Leger des Heils zijn we er voor de tiende en veertigste kans. Het maakt mij niet zoveel uit wat Maartje achter de rug heeft, of de Maartjes die nog gaan komen. Ik accepteer Maartje zoals ze nu is. Het gaat mij er vooral om van hoe kunnen we haar een stap verder helpen en zorgen dat ze komt waar ze wil komen. Zo leidt ze nu de kledingwinkel boven.” “Dat vind ik ook leuk, ik heb het echt naar mijn zin.”, vertelt ze enthousiast.
Erik gaat verder: “Moet je kijken hoe je binnenkwam, helemaal schuchter en onzeker met een heel gespannen gezicht. Gisteren zei mijn vrouw nog dat haar gezicht nu veel meer ontspannen en open is. Dus dat houden we haar vaak voor: kijk nou eens naar wat er gebeurd is in de afgelopen maanden en waar je nu staat, wat je nu kan. Toen ze hier net kwam, durfde ze me niet eens aan te kijken. En nu geeft ze af en toe gewoon een grote mond. Dat gaat eigenlijk helemaal fout, hè. Nee, grapje hoor. Maar dat is echt een wereld van verschil.” Toch vindt Maartje het lastig om dat te erkennen. “Ik vind het moeilijk om te geloven dat ik het ook echt goed doe en dat ze blij met mij zijn. Maar ik ga wel met een goed gevoel naar huis. Dan zeg ik tegen mijn vriend of bel ik mijn moeder op: ze waren echt blij met mij! En met mijn collega’s kan ik het ook echt goed vinden. Deze week dacht ik: "ik zit hier op mijn plek. Ik had zo lekker gewerkt en dan komt ook nog eens een collega met een cadeautje voor mij. Dan denk ik van ja, ze geven echt iets om je, ze denken aan je. Ook toen mijn collega’s erachter kwamen dat ik thuis geen lampen had hangen. Toen zijn ze die op komen hangen en hebben ze meteen mijn fietsband gemaakt, echt super".
"Je kunt altijd op iemand terugvallen. Dat vind ik zelf heel belangrijk.” Het mag duidelijk zijn dat Maartje erg tevreden is over haar match. “Ik hoor al jaren van: je moet dit, je moet dat en anders verlies je je uitkering. Nu wordt er gezegd van we kijken hoe dit traject loopt. Lukt het niet, dan kijken we verder. En nou, dat doet mij goed, want ik zat er echt mee. Ik heb nu meer vertrouwen in mezelf. Ik denk dat ik niet op een betere plek had kunnen zitten. En dat meen ik echt. Het is gewoon fijn; hier kan ik lekker mezelf zijn en zijn ze zo positief. Dat heb ik nog nooit gehad. En als ik het niet goed doe, dan krijg ik een keer op mijn kop, maar het is er niet minder om. Je krijgt mij hier niet meer weg!”