Drie jaar geleden is Ssendi vanuit Oeganda naar Nederland gekomen. Hij is journalist in hart en nieren: “Ik heb een passie voor het verzamelen en communiceren van informatie naar anderen. In Oeganda was ik al tien jaar journalist. Ik werkte voor de radio, schreef artikelen voor kranten en ik was een bekende reporter”. Die passie wordt versterkt door een groot rechtvaardigheidsgevoel. Zo heeft hij zijn journalistieke vaardigheden gebruikt om te voorkomen dat een regenwoud in zijn land gekapt werd. “De overheid wilde een regenwoud omkappen voor een suikerbedrijf. Ik heb alle informatie daarover verzameld en een artikel geschreven. Dat was een succes. Mensen gingen protesteren: er kwamen demonstraties om de overheid te stoppen. Het regenwoud bleef bestaan. Daar doe ik het voor.”
Nu woont hij in Helmond. Via zijn contactpersoon bij Senzer is hij bij het Stadsleerbedrijf terecht gekomen en nu schrijft hij voor het wijkblad van Brouwhuis, de Corridor. “Toen ik bij de Corridor kwam, was het voor mij moeilijk om mijn vaardigheden in de praktijk te brengen. Maar gelukkig helpen mijn collega’s me daarbij. Ook heb ik een cursus Nederlands gevolgd. De Nederlandse taal is nu het belangrijkst voor mij. Ik moet de taal leren om een goede journalist te zijn.” Hij is heel tevreden over het Stadsleerbedrijf: “Het is heel bijzonder, de manier waarop het Stadsleerbedrijf werkt is eigenlijk het beste. Het Stadsleerbedrijf vindt een plaats die bij de persoon past. Zo kom je in contact met mensen waarmee je kunt discussiëren over onderwerpen die je beiden interessant vindt. Dat helpt om de taal te leren, maar ook om je professionele netwerk te vergroten. Ik kom elke dag in contact met journalisten. Gisteren was ik bijvoorbeeld bij een wijkbezoek aan Brouwhuis van de burgemeester en de wethouders. Ik ontmoet mensen. Voor mij is Stadsleerbedrijf het beste was er is.” De enige hoop die Ssendi nog voor het Stadsleerbedrijf heeft, is dat het nog meer groeit: “Op dit moment kan ik zeggen dat het Stadsleerbedrijf zeer goed is. Ik heb alleen maar hoop voor de toekomst dat het stadsleerbedrijf nog groter wordt.”